A
Ajouter
Een of meerdere punten bijpakken.
Arriver a bataille
Op het hoogtepunt van de strijd aankomen, de wedstrijd nadert zijn hoogtepunt. Als beide teams 10 of 11 punten hebben, kan elk team in iedere werpronde verliezen. Dat maakt de strijd bijzonder fel en het zal ook extra toeschouwers aantrekken. De spelers worden dan blootgesteld aan emoties die hartspecialisten stellig zullen afraden.
Arrondir
Door een polsbeweging tijdens het schieten een draaiende beweging aan de boule geven (tegeneffect), waardoor er een grotere kans bestaat op een carreau. Ook: faire un carreau, een carreau maken of schieten.
Assommer
Een boule hoog in de lucht werpen, opdat die op de grond neerploft en vervolgens nauwelijks verder rolt.
Attaquer
Schieten wanneer je in het voordeel bent met de bedoeling dat net zo lang te doen totdat de tegenstanders geen boules meer hebben. Ook: jouer l’attaque, op de aanval spelen.
Avant le point
Het dichts bij het but liggen, in het Nederlands ook wel “op punt liggen” genoemd.
Avanter
Pakken, kloppen, snappen, vrijmaken; het gaat hier natuurlijk over de boule van de tegenstander die weggestoten moet worden. Gebruikt in de gebiedende wijs, « allez Bert, agante-la ! » is een aanmoediging voor uw pointeur. Wanneer u dit per ongeluk op uw eigen boules doet, heet dit “tuer le chien” (de hond doden).
Avoir l’avantage
Wordt bedoeld dat je er gunstiger voor staat, dat je meer boules in de hand hebt dan je tegenstanders of dat de positie van je boules op het terrein beter is.
B
Balancier
De complete armzwaai van een tireur, vanaf het naar achteren bewegen, het uithalen, tot en met het loslaten van de boule.
Balayer
Een door het spelreglement verboden handeling die tot doel heeft een deel van het terrein zo glad mogelijk te maken door alle obstakels weg te halen.
Barrage
Extra partij tussen teams die gelijk geëindigd zijn om zo tot een rangschikking te komen.
Bâtard
Een punt dat niet goed, maar ook niet slecht is. De tegenstander twijfelt tussen schieten en plaatsen.
Bati-Bati (Avoir le)
Gebruikelijke benaming voor grote angst tijdens het spel, ook wel trac genoemd.
Bec
Verandering van het traject van een boule nadat die een andere aan de zijkant heeft geraakt. Er wordt dan gezegd ‘On a fait un bec’, dat een boule op een andere gebotst is.
Belle
De beslissende partij van drie.
Belofte
Bouler van 18,19 20, 21 of 22 jaar
Betonner
Steeds verdedigen, het spel dichtmetselen, een muur bouwen.
Biberon (ook “Embouchonner”)
Situatie waarbij een geplaatste boule tegen het but komt te liggen, voor de beginnende speler een goede boule, maar voor de gevorderde een zwaard van damocles. immers de boule moet meestal weggeschoten worden en het but wordt dan altijd verplaatst, hetgeen nadelig of voordelig kan uitpakken.
Bien joué
Mooie bal, goed gespeeld.
Blesser
Een geraakte boule niet voldoende verplaatsen.
Bombarder
Steeds weer schieten nadat de tegenstander weer een punt binnen heeft.
Bouche
Een opschepper, een grote smoel, iemand die meer praat dan hij doet. “Tirer dans la bouche” betekent vol op ijzer schieten.
Bouchon
Andere naam voor but; “bouchon” is een verkleinwoord van het provençaalse bocho, dat boute betekent; “bouchon” wordt vooral in het gebied onder de lijn Lyon-Bordeaux gebruikt.
Boule
De metalen bal waarmee petanque wordt gespeeld. Boules hebben een diameter van tenminste 7,05 en ten hoogste 8,00 cm.
Boule de fort
Een variant van jeu de boules uit het Maine-Loiregebied.
Boule devant
Een boule ervoor is een zilveren boule, lastig voor de tegenstanders om te verbeteren.
Boule farcie
Een boule die is vervalst. Er is met de boule geknoeid, bijvoorbeeld gevuld.
Boule truquée
Zie boule farcie.
Boules collées
Boules die helemaal tegen elkaar liggen.
Boules quadrillées
Boules met veel groeven.
Boulesbaan
Minimale afmeting 12 x 3 meter, bij belangrijke toernooien minstens 15 x 4 meter.
Bouliste
Een jeu de bouler.
Boulodrôme
Een terrein dat is ingericht voor het het jeu de boules; een boulodrôme kan overdekt zijn of niet.
Boulomane
Een jeu de boules-liefhebber.
Braquer
Zijn tegenstander aanstaren terwijl hij werpt om hem uit zijn concenratie te halen.
Bras
Het lichaamsdeel van een kampioen dat door andere spelers het meest begeerd wordt. ‘Als ik zo’n arm als hij had…’ Diezelfde kampioenen worden gros bras, dikke armen, of bras d’or, gouden armen, genoemd.
But – Noyé
Als het but niet meer zichtbaar is vanuit de cirkel (en dus ongeldig is geworden).
But (zie ook Bouchon of Cochonnet)
Houten balletje waar je de boules zo dicht mogelijk naar toe moet gooien. Buts hebben een diameter van 30mm.
C
Cabanon
In het zuiden van Frankrijk worden ‘s zondags heel wat partijtjes in familieverband bij het buitenhuisje gespeeld. Als spelers als deze een enkele keer aan een toernooi meedoen, worden ze joueurs de cabanon genoemd, zondagspelers, of kortweg cabanons, ‘losers’.
Cadrage
Partijen of ronde in een toernooi om het aantal equipes terug te brengen tot een macht van 2.
Cadre
Een stuk terrein (of speelvak) dat is afgezet door verlieslijnen, waarbuiten boules en buts ongeldig worden. Jeu cadré: een afzonderlijk speelterrein (of baan) in het speelvak dat is afgebakend door lijnen; het but moet aan het begin van iedere werpronde binnen deze lijnen worden uitgeworpen. Boules of het but die in de loop van de werpronde buiten deze lijnen terechtkomen, blijven gewoon geldig!
Canner
Meten met een wandelstok.
Carambolage
Krachtige worp die in één keer meerdere boules doet verplaatsen.
Carreau
De geschoten bal neemt plek over van de weggeschoten bal. Komt van de Franse uitdrukking rester sur le carreau, dood blijven liggen.
Casquette
De te schieten boule wordt net op de kop geschampt, beweegt even, maar blijft op zijn plaats liggen.
Casser le bras
Door een ongepaste beweging of geluid een tireur afleiden op het moment dat hij in actie komt.
Chiquer
Een boule aan de zijkant raken, zodat deze opzij wegspringt.
Cirkel
Plaats van waaruit men werpt, met een doorsnede van minimaal 35cm en maximaal 50cm.
Cochonnet (ook But, Bouchon)
Andere naam voor but. In het zuiden van Frankrijk wordt eerder de term bouchon (klein balletje) gebruikt.
Contre
Als na een gelukt schot de schietboule of de geraakte boule met kracht tegen een andere aan vliegt.
Couloir
De haag gevormd door toeschouwers.
Crochet
Een mislukte worp als gevolg van het niet goed openen van de hand. Mogelijk door te veel spanning, vermoeidheid of de kou. Het wordt ook wel carpe (stommiteit; letterlijk karper), ganchou (flater, stommiteit), brochet (letterlijk snoek) of écart (afwijking, afzwaaier) genoemd.
D
Demarquer
Bij het spelen een – eigen – boule die op punt ligt zodanig raken dat die daarna niet meer op punt ligt.
Demi-portée
Halfhoge plaatsbal welke halverwege de cirkel en but wordt geplaatst en vervolgens verder rolt
Dertien
Een partij eindigt zodra een team 13 punten heeft behaald; dit aantal refereert aan het departementsnummer van Marseille, namelijk 13.
Devant de boule
Een boule pal voor een andere, bij voorkeur van de tegenpartij, plaatsen zodat die er tegenaan geplakt lijkt te liggen; het meest ideaal is dat wanneer de eigen boule daardoor dichter bij het but komt te liggen.
Donnée
De plaats welke uitgezocht is om de boule daar te laten neerkomen, waarvan men denkt dat de boule vanaf die plek het dichtst bij de but zal komen. een kwestie van techniek, inzicht en koelbloedigheid, om steeds maar weer een goede donnée te zoeken en een goede boule te plaatsen. Een goede pointeur is een plaag voor iedere tireur.
Doublette
Wedstrijd tussen twee teams, elk bestaande uit twee personen. Elke speler heeft de beschikking over drie boules.
E
Eclater
Bij een gelukt schot met kracht in één klap meerdere boules verwijderen.
Effet
Draaibeweging die een boule gekregen heeft om te bewerkstelligen dat de boule na het neerkomen op de grond van richting verandert, naar links of naar rechts. Effect geven, met effect spelen.
Embouchonner (ook “Biberon”)
Een boule pal tegen het but aan plaatsen.
Envoyer
Synoniem van porter (onder andere een bepaald bereik hebben, stijgen, dragen, meevoeren), een boule door de lucht werpen, al dan niet hoog. In tegenstelling tot het rollen over de grond.
Envoyer
De geplaatste boule komt heel dicht bij het but tot stilstand.
Escagasser
Zijn tegenstander pesten.
Estanque
Verbastering van petanque: de geschoten boule neemt exact de plaats in van de geraakte boule (ook palet of carreau).
F
Faire la piece
Kop of munt werpen om te bepalen wie de eerste werpronde mag beginnen.
Faire les mains
Alleen spelen, met zes boules tegen een doublette of triplette.
Faire passer
Als bij een gelukt schot de geraakte boule verder van het but komt te liggen dan de schietboule.
Faire un duvant
Pointeren van bal die voor bal van tegenstander stil komt te liggen.
Fanny
De uitdrukking ‘De billen van Fanny kussen’ wordt gebruikt wanneer een equipe met 13-0 heeft verloren. Volgens een legende uit de negentiende eeuw liet de Franse Fanny Dubraiand uit Lyon tegen betaling haar billen zien aan de verliezers. Bij sommige verenigingen wordt een plaquette gepakt met daarop Fanny’s billen die je moet kussen als blijk van nederlaag.
Fer
Tirer au fer, op ijzer schieten, direct op de boule waarop gemikt is zonder eerst de grond te raken, of hooguit enkele centimeters voor de boule.
Fil
Rakelings langs gaan (langs een lijn, een boule of het but).
FIPJP
Fédération Internationale de Petanque et Jeu Provençal
Frappeer
Schietend een bal vol treffen.
Frappeer double
Twee keer achter elkaar een bal vol treffen.
Fuser
Een boule die wegrolt, na over een obstakel gegleden te zijn.
G
Gagner le point
Een boule dichterbij leggen dan die van de tegenstander.
Galerie
De verzameling toeschouwers die als een haag rondom een partij staat.
Gari
Andere naam voor but.
Gratonner
Als een boule op zijn weg over de grond afgeremd wordt door allerlei ongerechtigheden zoals kleine steentjes (gratons), kleine takjes en dergelijke.
Gratton
Mythische steentjes die, met bijvoorbeeld eikeltjes op de grond en het slecht neerkomen van een boule, de oorzaak zouden zijn van alle slechte punten.
H
I
Ination directe
Wedstrijdsysteem waarbij iedere verloren partij onmiddellijk uitschakeling van verdere deelname betekent.
Interdit
Het terrein dat zich buiten het toegestane speelvak (zie cadre) bevindt en waar boules en buts ongeldig worden; ook: verboden of niet-toegestaan terrein.
Invaller
Een bouler die de plaats van een speler inneemt voor de resterende te spelen partijen.
J
Jeu provençal
Een variant van het jeu de boules waarbij de pointeur en de tireur niet met twee voeten in de werpcirkel hoeven te blijven staan.
Jouer
Tireren of Pointeren.
Jouer nauture
Pointeren zonder effect.
Jouer ‘sous main’
Spelen met de handpalm naar de grond gekeerd (onderhands)
K
L
Lunette
Twee boules die zij aan zij liggen. Met één schot kunnen ze allebei verwijderd worden.
Lyonnaise
Is een spel met grote boules.
M
Main
Spelen met de hand onder de boule, de handpalm naar boven gericht; jouer sous main (onderhands spelen): de normale manier van spelen waarbij de boule zich onder de hand bevindt, de vingers houden de boule tegen de handpalm aan die naar beneden gericht is; lever la main, le bras (de hand, de arm optillen), hoog genoeg schieten om een boule te raken die achter een andere verstopt ligt (boule à la sautée) zonder de voorste te raken.
Marque
- de score, de stand;
- tekens op de grond om de ligging van de boules of het but te ‘markeren’ of aan te kruisen.
Mêlée
Wedstrijdvorm waarbij de partner(s) door loting word(t)en bepaald.
Mène
Fase van een partij petanque die eindigt wanneer de teams hun boules gespeeld hebben, of de but kwijt is.
Mener le bouchon
Spelen op de schutterspost en dus de but mogen gooien.
Milieu
De “middelste bouler” in een triplette, oftewel iemand die zowel kan plaatsen als schieten.
Mix
Een doublette-team bestaande uit een man en een vrouw.
Monter
Een boule de lucht in laten gaan om een portee werpen.
Mordre
Met minstens één voet over de rand van de werpcirkel staan.
Mordre le circle
Op de lijn van de cirkel staan.
N
NJBB
Nederlandse Jeu de Boules Bond.
Noyé
Synoniem van perdu(e) (verloren), een ongeldig geworden boule of but na het verlaten van het toegestane terrein.
NPC
Nationale Petanque Competitie.
Nul
Er wordt geen punt gescoord als twee boules van twee tegengestelde equipes op gelijke afstand van het but liggen.
O
P
Pailler
Meten met een takje of een strootje.
Palet
Een palet behalen betekent een carreau maken.
Partie
De tijd die nodig is voor een van de equipes om 13 punten te maken.
Pendu
Ieder voorwerp dat het toegestane terrein verlaat.
Petanque
Letterlijk: Met gesloten voeten. In Nederland wordt vaak gesproken over Jeu de Boules als men Petanque bedoelt.
Petit
Andere naam voor but.
Pièce (stuk, geldstuk, munt)
Tossen om te bepalen welke equipe als eerste het but mag werpen.
Pieds-tanques
De voeten bijeen houden.
Plombee
Een heel hoge boule spelen met veel tegeneffect. De boule rolt weinig door. Veel gespeeld om ongelijk terrein.
Pointer
Proberen om een boule zo dicht mogelijk bij het but te krijgen, plaatsen
Pointeren
Plaatsen van een bal die stil komt te liggen op van te voren bedachte plaats.
Pointeur
De speler die zich toelegt op het plaatsen van een boule (eerste in team).
Portée
Actie om een boule hoog en tamelijk dicht bij het but te werpen, opdat de boule niet ver doorrolt na het neerkomen op de grond. Demi-portée: de meest voorkomende manier van spelen waarbij de boule halfhoog en op een variabele afstand tussen de cirkel en het but wordt geworpen. In het Nederlands schrijven we portee en demi-portee.
Poule
Groep van drie of vier equipes van wie er slechts twee gekwalificeerd worden voor het verdere vervolg van het toernooi; in het Nederlands spreken we in dit geval over een ‘Franse poule’. In ons land kan een poule ook een competitiepoule zijn, doorgaans met zestien equipes die elkaar gedurende drie zondagen eenmaal treffen.
Poussette
Het opduwen of opspelen van een van de eigen boules.
Provençal
Een spel dat op petanque lijkt en gespeeld wordt op een terrein van 15 x 21 m. Men pointeert op één voet. Tireren gaat met een aanloop van drie passen vanaf de werpcirkel.
Q
Querulant
Kan zowel persoon als een boule zijn, die erg vervelend in de weg ligt.
R
Racler – Ramasser
Een boule raken door eerst tamelijk ver daarvoor op de grond te komen.
Raclette – Rafle – Raspaille
De boule wordt rollende over de grond geschoten.
Rafle
Manier van schieten waarbij de boule ver voor het te raken object op de grond neerkomt. Tir à la rafle: schieten over de grond.
Rami
Een geluksworp, een onverwachte meevaller.
Raspaillette
Wanneer de boule eerst op de grond komt alvorens de boule te raken. Schiet-roulette waar experts zeer sceptisch over kunnen oordelen.
Refente
De weg vrijmaken door een groep boules uit elkaar te schieten, met de hoop dichterbij de but te komen.
Rentrer
Door te plaatsen een boule op te stoten die daardoor dichterbij het but komt te liggen.
Rétro
Een boule vol raken, waarbij de eigen boule iets terugrolt in de richting van de werpcirkel.
Rond
De cirkel die men op het terrein trekt en waarin men moet staan wanneer boule of but worden
Roulette
Het rollend plaatsen.
RPS
Reglement Petanque Sport.
S
Sautée
Een boule schieten die vlak achter een andere verstopt ligt zonder de voorste te raken; schieten met een ‘hupje’ of met een ‘boogje’.
Sèche
Een boule wegschieten zonder een andere die daar vlakbij ligt te raken of ertegenaan te klotsen, hetgeen bijna niet te voorkomen is.
Serrer
Tegeneffect geven aan de boule.
Sport-Boules
Een variant van jeu de boules uit de omgeving van Lyon.
Striage – Stries
De lijnen of groeven die in de boule zijn gegraveerd. Hoe meer groeven, des te sneller de bal tot stilstand komt
T
Tenir
Het punt hebben.
Tetard
Andere naam voor biberon.
Tête à tête
Team bestaande uit 1 speler (men speelt dan met 3 boules).
Tir a la sautee
een boule schieten die achter een ander verborgen ligt.
Tirer
Proberen met de eigen boule een andere te raken om die uit het spel te jagen.
Tirer à la rafle
Vlak langs de grond schieten.
Tirer au fer
Een boule in één keer op de boule van de tegenstander werpen (ijzer op ijzer) zonder de grond te raken.
Tirer dans la bouche
Vol op ijzer schieten.
Tireren
Het wegschieten van een boute.
Tireur
Een bouler met als specialiteit schieten.
Tourner une boule
Links of rechts effect geven, zodat de boule een bocht naar links of rechts maakt.
Treize
Dertien. Een partij eindigt zodra een team 13 punten heeft behaald; dit aantal refereert aan het departementsnummer van Marseille, namelijk 13.
Triplette
Een wedstrijd waarbij beide teams uit drie spelers bestaan. Elke speler heeft de beschikking over twee boules.
Trou
Mis schieten, de boule maakt dus een gat in de grond.
Trouquée
Een boule waarmee gefraudeerd of geknoeid is, bijvoorbeeld gevuld met kwik om een remmend effect te bewerkstelligen, wat ten strengste verboden is.
TRP
Toernooi Reglement Petanque.
U
V
Ventre
Het plekje waar een te meten boule het dikst is.
Vervanger
Een bouler die een speler vervangt gedurende gehele periode van een toernooi.
Veteraan
Bouler vab 55 jaar of ouder
Visser
Een zeer laag bij de grond geplaatste boule met veel tegeneffect, waardoor deze zich naar het butje toe vreet.
W
Werpcirkel
Plaats van waaruit men werpt. De diameter van een getekende werpcirkel bedraagt ten minste 35 en maximaal 50 cm.
X
Y
Z
Zwitsers systeem
Een systeemvorm waarin het beste team ook de eerlijkste kans krijgt.
ZCC
Zomer Club Competitie georganiseerd door het district Zuidwest van de NJBB. competitie voor teams van vier spelers. Poules van 4 teams.