M
Main
Spelen met de hand onder de boule, de handpalm naar boven gericht; jouer sous main (onderhands spelen): de normale manier van spelen waarbij de boule zich onder de hand bevindt, de vingers houden de boule tegen de handpalm aan die naar beneden gericht is; lever la main, le bras (de hand, de arm optillen), hoog genoeg schieten om een boule te raken die achter een andere verstopt ligt (boule à la sautée) zonder de voorste te raken.
Marque
- de score, de stand;
- tekens op de grond om de ligging van de boules of het but te ‘markeren’ of aan te kruisen.
Mêlée
Wedstrijdvorm waarbij de partner(s) door loting word(t)en bepaald.
Mène
Fase van een partij petanque die eindigt wanneer de teams hun boules gespeeld hebben, of de but kwijt is.
Mener le bouchon
Spelen op de schutterspost en dus de but mogen gooien.
Milieu
De “middelste bouler” in een triplette, oftewel iemand die zowel kan plaatsen als schieten.
Mix
Een doublette-team bestaande uit een man en een vrouw.
Monter
Een boule de lucht in laten gaan om een portee werpen.
Mordre
Met minstens één voet over de rand van de werpcirkel staan.
Mordre le circle
Op de lijn van de cirkel staan.